‘Een sieraad moet een snoepje
zijn,
maar ook gepriegel met sierraden is leuk.’
Plezier,
dat moeten de cursisten van
L’Orfèvrerie vooral hebben in het leren van
goudsmeden. Els
Grentzius – Van der Zee (1944) heeft het zeker.
Diamanten
vindt ze maar niets, ze houdt van
veel kleur, voor haar moet een sieraad net een snoepje zijn!
Els
heeft haar opleiding gevolgd aan de
Vakschool Edelsmeden aan de Postjesweg te Amsterdam. Ze is een
echt bezig bijtje ne daarom heeft ze daar dan ook haar
meesterteken van gemaakt.(afbeelding
meesterteken)
Na
haar studie maakte ze haar sieraden thuis
in haar atelier, dat werd te eenzaam toen haar man plotseling
overleed. De droom om artiest te worden, mooie dingen te maken en
te exposeren viel daarmee in het water en om de eenzaamheid te
doorbreken besloot ze zelf te gaan lesgeven. Toen bleek dat ze
het doorgeven van kennis aan mensen, die nog nooit iets met
sieraden gedaan hebben, en hen het vak te leren, nog wel het
allerleukst vindt.
Het
is een sport om cursisten na een paar
maanden de deur uit te laten gaan met een eigengemaakt sieraad.
Iedereen
die van knutselen houdt kan
edelsmeden leren. De lessen zijn niet klassikaal, zelf ontwerpen
of iets namaken van een plaatje, de cursisten mogen het zelf
zeggen. Els geeft hen alleen de technieken aan, op die manier
gaat het leren spelenderwijs.
Voordat
nieuwelingen aan de slag kunnen,
krijgen ze uitleg over hoe een sieraad gemaakt wordt en hoe om te
gaan met het gereedschap. De cursisten starten met iets maken van
koper of messing en daarna kunnen ze aan de slag met zilver en
nog weer later met goud. Natuurlijk kunnen ze ook zelf oud zilver
of goud smelten om daar iets nieuws van te maken.
Goud-
of zilversmeden is een echt ambacht,
het is niet te vervangen door machines en van iets dat je zelf
gemaakt, heb je voldoening. Dus kom achter die computer vandaan
en leer een echt ambacht!
|